2Oude Raadhuis
Het Oude Raadhuis uit 1622 is een Rijksmonument. Oorspronkelijk was de benedenverdieping een logement waar ook de kastelein woonde. De bovenverdieping was voor het bestuur van het dorp: de schout en zeven schepenen. Die spraken ook recht bij criminele feiten. Een van de drie nissen in de gevel, met vrouwe Justitia, herinnert daar nog aan. In de andere twee nissen staan leeuwen met een schild. De linker leeuw draagt het schild van Holland, de rechter het wapen van Prins Maurits.
Boven de toegangsdeur op het bordes staat het gemeentewapen van Oud-Beijerland. De ‘kepers’ (bogen in gelijkbenige driehoeksvorm. De zijden, schuin tegen elkaar geplaatst, lijken op de opstaande zijden van een gelijkbenige driehoek) komen uit het wapen van Lamoraal van Egmond, de blauwe wybertjes uit het wapen van Sabina van Beieren. In 1939 is het raadhuis ingrijpend gerestaureerd en vergroot. Het pleisterwerk op het gebouw is vervangen door rode Duitse baksteen, in zeventiende-eeuwse stijl. De toog over het water werd verlaagd en er is een klassieke deur in gezet.
De glas-in-loodramen op de bovenverdieping zijn in die tijd geschonken door kerken en bedrijven, net als het raam met het wapen van ambachtsheer Van Tuyll van Serooskerken. In het trappenhuis zijn twee glas-in-loodramen met de afbeelding van Lamoraal van Egmond en zijn echtgenote Sabina van Beieren te vinden, met hun familiewapens. Tot 1977 was het gebouw het gemeentehuis van Oud-Beijerland. De straat waaraan het ligt, heet Waterstal’. Een waterstal is een stoep die in het water van de Vliet liep. Op zo’n waterstal werden paarden na het werk op het land in de herfst schoon geboend.